• son·ja·bak·ke·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sonjabakkeren
sonjabakkerde
gesonjabakkerd
zwak -d volledig

sonjabakkeren

  1. inergatief (voeding) het volgen van een dieet van diëtiste Sonja Bakker
    • Er werd fanatiek gesonjabakkerd.