Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • som·no·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw

Afgeleid van het Latijnse 'somnus' (slaap) met het achtervoegsel -logie

enkelvoud meervoud
naamwoord somnologie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de somnologiev

  1. slaapgeneeskunde, geneeskundig specialisme dat gaat over slaapproblemen en slaapstoornissen
    • De somnologie is een nieuw medisch specialisme. 

Gangbaarheid