sommiteit
Nederlands
Niet te verwarren met: stommiteit |
Uitspraak
Woordafbreking
- som·mi·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sommiteit | sommiteiten |
verkleinwoord | sommiteitje | sommiteitjes |
Zelfstandig naamwoord
- hoogste persoon in de orde
Gangbaarheid
- Het woord 'sommiteit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.