Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • so·de·mie·ter·de op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opsodemieteren

sodemieterde op

  1. enkelvoud verleden tijd van opsodemieteren
    • Ik sodemieterde op. 
    • Jij sodemieterde op. 
    • Hij, zij, het sodemieterde op. 


Gangbaarheid