snuisteren
- Geluid: snuisteren (hulp, bestand)
- snuis·te·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
snuisteren |
snuisterde |
gesnuisterd |
zwak -d | volledig |
snuisteren [2]
- inergatief snuffelen
- Er wordt soms urenlang gesnuffeld, gesnuisterd, en op de kop getikt.
- Het woord snuisteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "snuisteren" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ snuisteren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be