• snuf·felt door

uit snuffelt (werkwoord) en door, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

vervoeging van
doorsnuffelen

snuffelt (...) door

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorsnuffelen
    • Jij snuffelt door. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorsnuffelen
    • Hij snuffelt door. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorsnuffelen
    • Snuffelt door!