Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snot·olf·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het snotolfjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord snotolf
    • Het snotolfje kijkt wat weg en er is wat veel omgeving mee gefotografeerd in deze opname. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen