smolten samen
- Geluid: smolten samen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsmɔltə(n) ˈsamə(n) / (4 lettergrepen)
- smol·ten sa·men
vervoeging van |
---|
samensmelten |
smolten (…) samen
- meervoud verleden tijd van samensmelten
- Wij smolten samen.
- Jullie smolten samen.
- Zij smolten samen.
- Wij smolten samen.
- Het woord smolten samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.