smokkelt mee
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- smok·kelt mee
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meesmokkelen |
smokkelt (...) mee
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meesmokkelen
- Jij smokkelt mee.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meesmokkelen
- Hij smokkelt mee.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van meesmokkelen
- Smokkelt mee!
Gangbaarheid
- Het woord smokkelt mee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.