smeedt samen
- smeedt sa·men
vervoeging van |
---|
samensmeden |
smeedt (...) samen
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samensmeden
- Jij smeedt samen.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samensmeden
- Hij smeedt samen.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van samensmeden
- Smeedt samen!
- Het woord smeedt samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.