Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • smar·te·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord smarteloosheid smarteloosheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de smarteloosheidv

  1. het smarteloos zijn
    • De boeddhisten streven naar de volkomen smarteloosheid van het bestaan. 

Gangbaarheid