sluiken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slui·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
sluiken |
slook |
gesloken |
klasse 2 | volledig |
Werkwoord
sluiken
- inergatief (verouderd) ongemerkt, kruipend iets verrichten
- ...dat soeter smaekt in 't sluiken en verbergen[1].
- overgankelijk (verouderd) smokkelen
- Brandewijn sluiken.
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'sluiken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sluiken" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Vondel
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be