Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slof aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aansloffen

slof (...) aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansloffen
    • Ik slof aan. 
  2. gebiedende wijs van aansloffen
    • Slof aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansloffen
    • Slof je aan? 

Gangbaarheid