slenterden aan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slen·ter·den aan
Woordherkomst en -opbouw
- uit slenterden (werkwoord) en aan, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanslenteren |
slenterden (...) aan
- meervoud verleden tijd van aanslenteren
- Wij slenterden aan.
- Jullie slenterden aan.
- Zij slenterden aan.
- Wij slenterden aan.
Gangbaarheid
- Het woord 'slenterden aan' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.