sleigh
Engels
Uitspraak
- Geluid: sleigh (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /sleɪ/
Woordafbreking
- sleigh
Woordherkomst en -opbouw
- van Nederlands slee zn
enkelvoud | meervoud |
---|---|
sleigh | sleighs |
Zelfstandig naamwoord
sleigh
- (verkeer) slee
- «Dashing through the snow
On a one-horse open sleigh,
Over the fields we go,
Laughing all the way;»- Flitsend door de sneeuw
in een open slee getrokken door één paard
gaan we de velden over
en lachen de hele rit;
— Jingle Bells , kerstliedje
- Flitsend door de sneeuw
- «Dashing through the snow