sleepten op
- Geluid: sleepten op (hulp, bestand)
- sleep·ten op
vervoeging van |
---|
opslepen |
sleepten (...) op
- meervoud verleden tijd van opslepen
- Wij sleepten op.
- Jullie sleepten op.
- Zij sleepten op.
- Wij sleepten op.
- Het woord sleepten op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.