Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sla in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inslaan

sla in

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inslaan
    • Ik sla in. 
  2. gebiedende wijs van inslaan
    • Sla in! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inslaan
    • Sla je in? 
  4. aanvoegende wijs van inslaan


Gangbaarheid