• se·lec·teert uit
vervoeging van
uitselecteren

selecteert (...) uit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitselecteren
    • Jij selecteert uit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitselecteren
    • Hij selecteert uit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitselecteren
    • Selecteert uit!