• se·lec·teer uit
vervoeging van
uitselecteren

selecteer (...) uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitselecteren
    • Ik selecteer uit. 
  2. gebiedende wijs van uitselecteren
    • Selecteer uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitselecteren
    • Selecteer je uit?