seinvuren
- sein·vu·ren
- seinvuur met uitgang -en
de seinvuren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord seinvuur
- Overal worden seinvuren op de heuvels ontstoken en alle mannen en vrouwen, die op 't land aan de arbeid zijn, laten onmiddellijk het werk in de steek. [1]
- Het woord 'seinvuren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Strijbos, J.P."Massa-stranding van grindewallen" in: De Telegraaf jrg. 53 nr. 19511 (29 april 1950); p. 5 kol. 7; geraadpleegd 2017-10-20