Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • seil·de ab
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
abseilen

seilde ab

  1. enkelvoud verleden tijd van abseilen
    • Ik seilde ab. 
    • Jij seilde ab. 
    • Hij, zij, het seilde ab. 


Gangbaarheid