señalar
- se·ña·lar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
señalar |
señalaba |
señalado |
volledig |
señalar
- overgankelijk kenmerken, doen kennen
- ondertekenen
- signaleren, de aandacht vestigen op, opmerkzaam maken op, wijzen op
- afspreken met
- dreigen te doen
- aanwijzen, toekennen