schwannoom

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  schwannoom    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• schwan·noom

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van de Duitse medicus Schwann met het achtervoegsel -oom

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	schwannoom	schwannomen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het schwannoom o

1. (medisch) bepaalde tumor uitgaande van de schede van Schwann

Gangbaarheid

• Het woord 'schwannoom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.