Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schud·de door·een
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
dooreenschudden

schudde (...) dooreen

  1. enkelvoud verleden tijd van dooreenschudden
    • Ik schudde dooreen. 
    • Jij schudde dooreen. 
    • Hij, zij, het schudde dooreen. 

Gangbaarheid