Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schrijf voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorschrijven

schrijf voor

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorschrijven
    • Ik schrijf voor. 
  2. gebiedende wijs van voorschrijven
    • Schrijf voor! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorschrijven
    • Schrijf je voor? 


Gangbaarheid