schopte aan
- Geluid: schopte aan (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxɔptə ˈan / (3 lettergrepen)
- schop·te aan
vervoeging van |
---|
aanschoppen |
schopte (…) aan
- enkelvoud verleden tijd van aanschoppen
- Ik schopte aan.
- Jij schopte aan.
- Hij, zij, het schopte aan.
- Ik schopte aan.
- Het woord 'schopte aan' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.