schoonden op
- schoon·den op
vervoeging van |
---|
opschonen |
schoonden (...) op
- meervoud verleden tijd van opschonen
- Wij schoonden op.
- Jullie schoonden op.
- Zij schoonden op.
- Wij schoonden op.
- Het woord schoonden op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.