schoof opzij
- schoof op·zij
vervoeging van |
---|
opzijschuiven |
schoof (...) opzij
- enkelvoud verleden tijd van opzijschuiven
- Ik schoof opzij.
- Jij schoof opzij.
- Hij, zij, het schoof opzij.
- Ik schoof opzij.
- Het woord schoof opzij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.