schonken weg
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schon·ken weg
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wegschenken |
schonken (...) weg
- meervoud verleden tijd van wegschenken
- Wij schonken weg.
- Jullie schonken weg.
- Zij schonken weg.
- Wij schonken weg.