schmink
- schmink
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘grimeersel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1906 [1]
de schmink m
- smeersel waarmee men de huid een andere kleur of aanzien kan geven
- ▸ Tot nu toe had ze helemaal nog geen schmink gebruikt omdat Alfred had gewaarschuwd voor kleine infecties die de genezing konden belemmeren.[2]
vervoeging van |
---|
schminken |
schmink
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schminken
- Ik schmink.
- gebiedende wijs van schminken
- Schmink!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schminken
- Schmink je?
- Het woord schmink staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schmink" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "schmink" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be