• schluss

Leenwoord uit het Duits, Schluss

schluss

  1. afgelopen
    • "Jij en ik weten allebei dat dit jouw laatste ronde is; over vier jaar ben jij gezien op het Binnenhof. Het is klaar, schluss, over."[1] 
61 % van de Nederlanders;
54 % van de Vlamingen.[2]
  1. Ebru Umar, ‘OVER VIER JAAR IS HET KLAAR, SCHLUSS’, 6 maart 2018, Metronieuws.nl. Nadruk toegevoegd.
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be