schlimmsten
- Geluid: schlimmsten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈʃlɪmstən /
- schlimms·ten
schlimmsten
schlimmsten
- onbepaald (zonder lidwoord) genitief mannelijk enkelvoud overtreffende trap van schlimmster
schlimmsten
- onbepaald (zonder lidwoord) accusatief mannelijk enkelvoud overtreffende trap van schlimmster
schlimmsten
- onbepaald (zonder lidwoord) genitief onzijdig enkelvoud overtreffende trap van schlimmstes
schlimmsten
- onbepaald (zonder lidwoord) datief meervoud overtreffende trap van schlimmste
schlimmsten
- bepaald genitief mannelijk enkelvoud overtreffende trap van schlimmster
schlimmsten
- bepaald datief mannelijk enkelvoud overtreffende trap van schlimmster
schlimmsten
- bepaald accusatief mannelijk enkelvoud overtreffende trap van schlimmster
schlimmsten
- bepaald genitief vrouwelijk enkelvoud overtreffende trap van schlimmste
schlimmsten
- bepaald datief vrouwelijk enkelvoud overtreffende trap van schlimmste
schlimmsten
- bepaald genitief onzijdig enkelvoud overtreffende trap van schlimmstes
schlimmsten
- bepaald datief onzijdig enkelvoud overtreffende trap van schlimmstes
schlimmsten
- bepaald meervoud overtreffende trap van schlimmste
schlimmsten
- onbepaald genitief mannelijk enkelvoud overtreffende trap van schlimmster
schlimmsten
- onbepaald datief mannelijk enkelvoud overtreffende trap van schlimmster
schlimmsten
- onbepaald accusatief mannelijk enkelvoud overtreffende trap van schlimmster
schlimmsten
- onbepaald genitief vrouwelijk enkelvoud overtreffende trap van schlimmste
schlimmsten
- onbepaald datief vrouwelijk enkelvoud overtreffende trap van schlimmste
schlimmsten
- onbepaald genitief onzijdig enkelvoud van schlimmstes
schlimmsten
- onbepaald datief onzijdig enkelvoud van schlimmstes
schlimmsten
- onbepaald meervoud overtreffende trap van schlimmste