scheutelingen
- Geluid: scheutelingen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxøtəˌlɪŋə(n) / (4 lettergrepen)
- scheu·te·lin·gen
- scheuteling met uitgang -en
de scheutelingen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord scheuteling
- Eigenaar en gezinsleden konden zeven zeugen en vijftig biggen alsmede een beer uit de vlammen redden. Voor zes opfokzeugen. zeven biggen en vier scheutelingen kwam echter alle hulp te laat. [1]
- Het woord 'scheutelingen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ "Varkens gedood bij branden in Bom en Venray" in: Limburgsch Dagblad jrg. 52 nr. 51 (2 maart 1970); p. 3 kol. 7; geraadpleegd 2018-03-12