Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scheur·den los
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
losscheuren

scheurden los

  1. meervoud verleden tijd van losscheuren
    • Wij scheurden los. 
    • Jullie scheurden los. 
    • Zij scheurden los. 


Gangbaarheid