scheuken
- scheu·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
scheuken |
scheukte |
gescheukt |
zwak -t | volledig |
scheuken [2]
- wederkerend zich ~: zich schurken, zich wrijven
- Het woord scheuken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "scheuken" herkend door:
15 % | van de Nederlanders; |
15 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ scheuken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be