• schep·te op
vervoeging van
opscheppen

schepte op

  1. enkelvoud verleden tijd van opscheppen
    • Ik schepte op. 
    • Jij schepte op. 
    • Hij, zij, het schepte op. 
     Hij was vermoedelijk het ergst, hij schepte er zelfs over op dat hij geen aandelen had en actief ongeïnteresseerd was.[1]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149