Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scheert glad
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
gladscheren

scheert (...) glad

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gladscheren
    • Jij scheert glad. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gladscheren
    • Hij scheert glad. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van gladscheren
    • Scheert glad! 

Gangbaarheid