schapenboutje
- Geluid: schapenboutje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxapə(n)ˌbɑucə / (4 lettergrepen)
- scha·pen·bout·je
- schapenbout met het achtervoegsel -je
het schapenboutje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schapenbout
- Het woord schapenboutje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.