schadde
Niet te verwarren met: Schadde |
- schad·de
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schadde | schadden |
verkleinwoord | - | - |
- (verouderd) een veen- of heideplag als brandstof bedoeld
- Vroeger hing een meisje op kerstavond aan de deur van een vrijer een schadde.[1]
- Het woord 'schadde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schadde" herkend door:
7 % | van de Nederlanders; |
11 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ NRC Dopavond 1 aug 1998
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be