schaal in
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schaal in
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inschalen |
schaal (...) in
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschalen
- Ik schaal in.
- gebiedende wijs van inschalen
- Schaal in!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschalen
- Schaal je in?
Gangbaarheid
- Het woord schaal in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.