• sør·leg
  • Nynorsk bijvoeglijk naamwoord met het achtervoegsel -leg.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud sørleg sørlegare sørlegast
o enkelvoud sørleg
meervoud sørlege
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
sørlege sørlegare sørlegaste

sørleg

  1. zuidelijk
  2. van zuiden, zuidelijk
  3. naar zuiden, zuidelijk
  • [1]: dei sørlege delane av landet
de zuidelijke delen van het land
  • [2]: sørleg bris
een zuidelijke bries
  • [3]: sørleg lei
zuidelijke richting