rouwt
- Geluid: rouwt (hulp, bestand)
- IPA: / rɑut / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /rʌʊβ̞t/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /rʌːβ̞t/
- rouwt
vervoeging van |
---|
rouwen |
rouwt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rouwen
- Jij rouwt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rouwen
- Hij rouwt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van rouwen
- Rouwt!
- Het woord rouwt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.