• ron·des

de rondesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ronde


vervoeging van
rondar

rondes

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van rondar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van rondar