Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rol·de op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
oprollen

rolde op

  1. enkelvoud verleden tijd van oprollen
    • Ik rolde op. 
    • Jij rolde op. 
    • Hij, zij, het rolde op. 


Gangbaarheid