rijdt omver
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rijdt omver (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rijdt om·ver
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omverrijden |
rijdt (...) omver
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omverrijden
- Jij rijdt omver.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omverrijden
- Hij rijdt omver.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omverrijden
- Rijdt omver!