• rijd voort
vervoeging van
voortrijden

rijd (...) voort

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortrijden
    • Ik rijd voort. 
  2. gebiedende wijs van voortrijden
    • Rijd voort! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortrijden
    • Rijd je voort?