• ried

(verouderd)

vervoeging van
raden

ried

  1. enkelvoud verleden tijd van raden
    • Ik ried. 
    • Jij ried. 
    • Hij, zij, het ried. 
27 % van de Nederlanders;
18 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be