• re·vur·de·re
  • Afgeleid van het oude Deense woord vurde, dat van het Nederdutse woord werderen komt, met het voorvoegsel re-, met het achtervoegsel -ere en met verval van de 'e'.
Naar frequentie 15628
vervoeging
onbepaalde wijs revurdere
tegenwoordige tijd revurderer
verleden tijd revurderte
voltooid
deelwoord
revurdert
onvoltooid
deelwoord
revurderende
lijdende vorm revurderes
gebiedende wijs revurder
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

revurdere

  1. overgankelijk herwaarderen, heroverwegen, in heroverweging nemen



  • re·vur·de·re
  • Afgeleid van het oude Deense woord vurde, dat van het Nederdutse woord werderen komt, met het voorvoegsel re-, met het achtervoegsel -ere en met verval van de 'e'.
vervoeging
onbepaalde wijs revurdere
revurdera
tegenwoordige tijd revurderer
verleden tijd revurderte
voltooid
deelwoord
revurdert
onvoltooid
deelwoord
revurderande
lijdende vorm revurderast
(bijvorm): revurderas
gebiedende wijs revurder
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

revurdere

  1. overgankelijk herwaarderen, heroverwegen, in heroverweging nemen