• reuk·wer·ken

de reukwerkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord reukwerk
    • Mooi is de passage over de muzikale terminologie van de parfumeur (hoofdnoten, hartnoten en basisnoten), die aan zijn ‘geurorgel’ (een bureau met verdiepingen vol notenmateriaal) zijn reukwerken componeert. [1]