• ren·der
vervoeging van
renderen

render

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van renderen
    • Ik render. 
  2. gebiedende wijs van renderen
    • Render! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van renderen
    • Render je? 


render

  1. teruggeven
  2. vertalen


  • ren·der

render, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van rand (zelfstandig naamwoord, eerste afdeling, betekenissen 1-5)


  • ren·der

render, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van rand (zelfstandig naamwoord, eerste afdeling, betekenissen 1-5)